Een collage is een kunstvorm die gebruik maakt van uitgeknipte stukken papier, die op steviger papier of op schildersdoek geplakt zijn. De gebruikte materialen kunnen zijn knipsels uit kranten (tekst, foto’s, advertenties), of foto’s, tekeningen, gescheurde stukjes van een mislukte aquarel, etc. Het woord collage komt uit het Frans, van het werkwoord coller, wat plakken of kleven betekent.
De collage kan een hulpmiddel voor een kunstenaar zijn om de inspiratie op gang te brengen. Het is een techniek waarmee snel een resultaat bereikt kan worden, of een uitnodiging tot verder werken. B.v. Hannah Höch, Kurt Switters, Max Ernst.
Met behulp van diverse zwart-wit kopieën van dieren en de collage techniek, wordt door de kinderen een niet bestaand kriebelbeestje ontworpen.
Dit ontwerp vormt de basis van het ruimtelijke kriebelbeestje wat met behulp van ijzerdraad en textiel wordt gemaakt.
Dank zij de collagetechniek konden de kinderen buiten de gebaande paden treden en een beestje maken wat ze zelf nooit hadden kunnen verzinnen.
De Italiaanse kunstschilder, architect, ontwerper van kostuums en decors en organisator van grote toernooien en festiviteiten, Guiseppe Arcimboldo (1527-1593) was een Maniërist.
Deze kunststroming laat een nauwe verwantschap zien tussen de mens en de natuur. Dat is heel goed te zien in de portretten die Arcimboldo heeft geschilderd. Ze zijn opgebouwd uit diverse stukken groente, fruit, bloemen en planten, boomtakken en zeedieren.
Van papier-maché gaan de kinderen koppen vormen, waarbij ze goed letten op de ronde vormen van Arcimboldo.
Als de basisvorm droog is wordt hij geschilderd. Na droging wordt de kop afgewerkt met textiel, waarbij technieken worden aangeleerd om de textiel op een ruimtelijke manier te gebruiken en te verwerken.
De Belgische beeldhouwer Panamarenko (Henri van Herwegen 1940) raakte tijdens zijn academietijd bezeten van het vliegen. Continue reading Groep 6 Vogel mensen
Geïnspireerd door de veelkeurige vlinders van de Tilburgse schilder, aquarellist, fotograaf en glazenier, Marc Mulders (1958) gaan de kinderen op een vel wit papier hun eigen vlindervorm tekenen.
Deze vlinder wordt het patroontje wat op stof wordt gespeld.
De stof wordt uitgeknipt. Dit lapje vormt de basis voor de vlinder. Het lapje wordt m.b.v. textiellijm op een nieuw lapje stof van een andere kleur gelijmd en vervolgens ruim uitgeknipt. De twee lapjes worden weer op een nieuw lapje gelijmd en opnieuw ruim uitgeknipt. Voor het lijfje van de vlinder wordt een stukje stof opgerold en vastgelijmd.
Uiteindelijk wordt de vlinder prachtig versierd.
Om een tuin te laten bloeien is de Zon onmisbaar. Continue reading Groep 3 Zonnen
Aan de hand van voorbeelden wordt aan de kinderen verteld wat een Totempaal is.
De Indianen verwerkten meestal dierenkoppen in de Totempaal, wij maken een Totempaal van mensenkoppen.
Daarvoor laten we ons inspireren door de Nederlandse kunstschilder Karel Appel.
De schilderingen van Karel Appel lijken erg op kindertekeningen. In de voorbeelden die getoond worden valt het op dat de koppen vaak een (bijna) vierkante vorm hebben. De kinderen wordt ook gewezen op de compositie en op het speciale kleurgebruik. Op de koppen van Karel Appel zijn verschillende kleurvlakken zichtbaar.
De basis van de vierkante kop van de kinderen is een plaatje multiplex van 31X31cm.
Met behulp van diverse blokjes hout (zaagafval van een timmerbedrijf) wordt een compositie van een kop op het plankje gelegd, (ogen, oren, neus, mond, haren, enz.) waarna alle blokjes worden vast getimmerd.
Tijdens de tweede les wordt de kop geschilderd, naar voorbeeld van het kleurgebruik van Karel Appel.
Toen de Franse kunstschilder en beeldhouwer Henri Matisse wat ouder werd kon hij niet meer lopen en staan, omdat hij verkeerd was geopereerd. Vanuit zijn bed maakte hij knipsel kunst.
Hij liet zijn hulpjes vellen papier beschilderen met gouache verf. Daar knipte hij vormen uit die zijn hulpjes vervolgens op zijn aanwijzingen op de muur bevestigden om er zo kunstwerken van te maken.
De kinderen van groep1 worden de hulpjes van Henri Matisse en gaan twee vellen papier beschilderen.
Vel 1: met ecoline wordt er een spatschilderij gemaakt op een nat vel aquarelpapier.
Vel 2: met gouache verf wordt een fantasieschildering gemaakt.
Beide vellen worden gedroogd. Als ze droog zijn worden ze in een volgende bijeenkomst verknipt in kleine stukjes en op de basisvorm van de droombloem geplakt.
|
